onderwijsconcept
De afgelopen schooljaren is – samen met ouders, leerlingen en docenten – onderzocht welke richting we met ons onderwijs op willen. Uit de verschillende bijeenkomsten bleek dat de wensen die er waren, goed aansloten bij de laatste wetenschappelijke inzichten op het gebied van onderwijs. Er was vooral behoefte aan het versterken van de intrinsieke motivatie van leerlingen: willen leren moet vanuit de leerling zelf komen. En dat kan vooral als een leerling gemotiveerd is.
De motivatie van een leerling kan op verschillende manieren worden versterkt:
- Autonomie in het leerproces: eigen tempo/wijze van leren en eigen keuzes kunnen maken
- Praktijkgeoriënteerde lesinhoud (contextgericht): weten waar je het voor leert
- Actuele thema’s tijdens de les: thema’s uit het dagelijkse leven (bijvoorbeeld over klimaat of woningmarkt
- Directe feedback: huiswerk als maakwerk in de klas, oefenmethodes die zich aanpassen aan het niveau.
Inrichting van de lessen
Actief bezig zijn helpt een leerling om gemotiveerd te worden én te blijven. Door te doen, gaat leren makkelijker en sneller. Onze lessen zijn dan ook zo ingericht dat er – na uitleg van de docent – ruimte is om zelf aan de slag te gaan. Op deze manier brengt een leerling de theorie tijdens dezelfde les nog in de praktijk. Deze aanpak geldt voor alle vakken. Dus niet alleen bij praktijkvakken als biologie en scheikunde, maar ook bijvoorbeeld bij Engels en geschiedenis.